Fietsershand
Afknelling pols
Fietsershand
De naam zegt het al! Deze blessure ontstaat door langdurig met de handen een leunende beweging te maken, in combinatie met een sterke buigstand van de polsen. Een buiging waarbij het lijkt alsof u een stuur vastpakt. Er wordt extra druk op de zenuw geplaatst, waarbij de bloedvaten en zenuwen worden afgekneld. Dit heeft pijnlijke, tintelende en gevoelloze handen als gevolg.
Oorzaken
Door druk van buitenaf kunnen zenuwen bij de hand bekneld raken. Dit is ter hoogte van een door bot en weefsel gevormde tunnel bij de pols. Deze beknelling geeft de eerdergenoemde klachten, die bij opheffen van de beknelling weer langzaam weg zullen trekken.
• het komt veel voor bij wielrenners die met de handen op het stuur leunen
• maar ook door herhaaldelijke klappen op de hand bij karate
• door druk van het racket bij tennis
• door het vangen van een harde snelle bal bij honkbal
• fractuur, cyste of door trombose
Welke zenuwbanen dat precies zijn? Het gaat om twee zenuwbanen in je pols. Eén zenuwbaan loopt naar je duim, wijsvinger, middelvinger en de helft van je ringvinger. Dit is de nervus medianus.
De tweede zenuwbaan loopt naar je pink en de aangrenzende helft van je ringvinger. Dit is de nervus ulnaris, en deze zenuw zorgt het meest voor problemen op de fiets, mede door zijn positie. De nervus ulnaris wordt ook als de grootste onbeschermde zenuw in je lichaam beschouwd.
Symptomen
Helaas geldt voor de zenuwbanen en bloedvaten in je hand dat er weinig ruimte is om uit te zetten. Een beknelling ontstaat dan ook al snel, wanneer je de pols iets te veel buigt en aanspant.
Symptomen die je in je hand kunt ervaren zijn:
• tintelingen
• slapend gevoel
• pijn
• bij langdurige compressie ervaar je eveneens een verminderde kracht in je handspieren
Bij een beknelling van de nervus ulnaris ervaar je bovenstaande symptomen aan de pink en ringvinger. Indien de nervus medianus is bekneld ervaar je deze symptomen aan de duim, wijs- en middenvinger. Ervaar je dove handen, dan is het belangrijk om het niet te negeren. Op de langere termijn kan een beknelde zenuw namelijk grotere schade aanbrengen aan je lichaam, als je er mee doorfietst.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten en het lichamelijk onderzoek.
Behandeling
Zware en continue druk op dezelfde plek van de hand moeten voorkomen worden. Regelmatig wisselen van fietshouding kan hierbij helpen. Ook het dragen van fietshandschoenen en/of een dikker stuurlint kunnen bijdragen. Een juiste afstelling van de fiets, met het stuur hoger en/of dichterbij het zadel, kan het probleem soms verhelpen.
Bij honkballers kan het helpen om een andere spelpositie te kiezen, omdat de problemen meestal komen door het catchen. Een passendere maat honkbalknuppel kan ook prettiger zijn. Met karate dienen directe klappen op de hand vermeden te worden. Een lichter racket met een betere grip kan met tennis verbetering geven.
Nuttige adviezen t.a.v. het fietsen:
1. Ontspan
Zorg dat je zo relaxed mogelijk op de fiets zit en hou je stuur ontspannen vast. Wanneer je nog niet zo lang fietst dan kun je je armen en handen onbewust te veel aanspannen, waardoor je niet alleen krampachtig op de fiets zit, maar waardoor ook sneller een zenuw beknelt raakt.
2. Bouw de tijd die je op je fiets zit langzaam op
Wil je langere afstanden gaan fietsen, bouw dat dan langzaam op. Je lichaam moet wennen aan een onnatuurlijke, voorovergebogen fietshouding, en dat gaat niet van de ene op de andere dag. Jezelf forceren werkt klachten in de hand zoals dove handen.
3. Steun minder zwaar op je stuur en train je middel
Wanneer je een voorovergebogen houding niet gewend bent, dan steun je automatisch zwaarder op je stuur. En die druk zorgt ervoor dat je sneller een zenuwbaan afsluit.
Om dat te voorkomen kun je je stuur een stukje verhogen, maar eigenlijk is het nog beter om de spieren in je romp beter te trainen. Met zogenaamde core stability oefeningen train je je middel effectief, waardoor je slechts lichtjes hoeft te steunen op je stuur.
4. Buig je armen licht
Let erop dat je altijd met een lichte knik in je armen fietst, in plaats van met gestrekte armen. Zonder uiteraard je armen naar buiten te steken. Door je armen iets te buigen, werken je armen beter als schokdemper.
5. Verleg je handen
Je hebt in principe drie manieren om je stuur vast te houden. Op het stuur, bovenop de remgrepen, en in de beugels. Die laatste is de meest extreme houding waarbij er het snelst klachten ontstaan. Regelmatig wisselen van je houding is dus de truc.
6. Een dubbel stuurlint of een extra dik stuurlint
Natuurlijk is een goede houding op de fiets het allerbelangrijkst. Maar ook door enkele aanpassingen aan je fiets kun je soms klachten voorkomen. Met een dubbel stuurlint bijvoorbeeld creëer je iets meer demping voor je handen. Er zijn ook extra dikke stuurlinten die je kunt gebruiken voor extra comfort.
7. Ga voor bredere banden
Een wat bredere fietsband geeft ook de benodigde extra demping die kan voorkomen dat je last krijgt van tintelende vingers. Tegenwoordig zijn banden met een breedte van 28 millimeter heel gangbaar. Het voordeel is dat je ze minder hard hoeft op te pompen, waardoor je gemakkelijker de klappen van de weg opvangt.
8. Draag handschoenen
Handschoenen zijn fijn als het koud is, maar ze zijn ook comfortabel als ze een goede padding hebben. In de zomer kies je natuurlijk voor een korte versie zonder vingers, maar met net zoveel demping.
9. Laat je positie bepalen
De laatste tip is zeker niet de minst belangrijke. Een juiste positie op de fiets is van groot belang om klachten te voorkomen. Niet alleen kan een te grote of kleine fiets pijntjes veroorzaken, ook een verkeerde positie van je stuur of zadel kan voor ellende zorgen. Bijvoorbeeld twee paar dove handen.
Wat je zelf kan doen: zorgen voor een goede core stabiliteit (dus ook de upper body trainen) en regelmatig zenuwglijdingsoefeningen doen. Als er dan toch tintelingen optreden of de klachten erger worden, kan eventueel een tijdelijke rustperiode ingelast worden.