KANS
Klachten arm,nek,schouder
KANS
Heeft u wel eens gehoord van KANS? Wellicht komt de term RSI u beter bekend voor. KANS werd namelijk voorheen RSI genoemd. KANS is een verzamelnaam voor ‘klachten aan de arm, nek en/of schouder’. Deze algemene benaming wordt gebruikt voor klachten die pijn, stijfheid, krachtverlies en/of tintelingen in het gebied van de nek tot aan de hand kunnen geven en niet het gevolg zijn van een ongeval of systemische aandoeningen zoals reuma,tumoren,hypermobiliteit etc..
Oorzaken
De klachten zijn in te delen in specifieke en aspecifieke KANS. Enkele specifieke klachten zijn bijvoorbeeld de nekhernia, de tenniselleboog, de golferselleboog, het thoracic outlet syndroom (TOS) of een peesontsteking. Wanneer geen duidelijke diagnose te stellen is, dan spreken we van aspecifieke KANS. Op deze pagina behandelen we alleen aspecifieke KANS. Meestal ontstaat KANS door het veelvuldig (eventueel krachtig) uitvoeren van dezelfde handelingen met de arm. Maar ook wanneer iemand langdurig in dezelfde houding verkeerd waarbij de arm, nek of schouders overbelast worden. Aanvankelijk zijn de klachten gerelateerd aan bepaalde activiteiten en/of werk. In een later stadium kunnen de klachten ook optreden bij andere dagelijkse activiteiten en de gehele dag aanwezig zijn zonder verdere relatie met de oorspronkelijke gerelateerde activiteit.
Enkele voorbeelden hiervan zijn: lang achter de computer zitten in een verkeerde houding, schilderen, sporten, enzovoorts.
Indeling risicofactoren
Er zijn veel factoren bekend die het risico op KANS verhogen. Deze worden verdeeld in drie categorieën:
• Werkgerelateerde fysieke factoren zoals kou, verkeerde werkhouding, te zwaar werk of te weinig afwisseling in werkzaamheden.
• Werkgerelateerde psychische factoren zoals werkstress (door bijvoorbeeld een hoge werkdruk of hoge eisen) alsook een slechte werksfeer kunnen zorgen voor een toename aan spierspanning. Daarnaast kan werkstress ervoor zorgen dat u langer en intensiever in een verkeerde houding blijft werken en minder pauzes neemt.
• Persoonsgebonden factoren zoals vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd, perfectionist, slechtere lichamelijke conditie.
Symptomen
Omdat KANS een erg algemene benaming is, kunnen de klachten ook erg uiteenlopen.
De meest voorkomende symptomen zijn:
• Pijn en/of stijfheid in nek, schouders, arm of hand.
• Krachtverlies.
• Tintelingen.
Andere kenmerken zijn:
• Pijnen ontstaan geleidelijk en worden steeds erger.
• Klachten verergeren door spanning, drukte of stress.
• Klachten verergeren door langdurige en/of herhalende bewegingen.
Diagnose
Een arts of fysiotherapeut zal vragen naar de klachten en hoe deze zijn ontstaan. Als klachten ontstaan zijn naar aanleiding van een ongeluk of val, dan is er bij voorbaat al geen sprake van KANS.
Tijdens het lichamelijk onderzoek zal gekeken worden of het gaat om specifieke KANS of aspecifieke KANS. De houding, spierspanning en beweeglijkheid van de gewrichten wordt beoordeeld. Over het algemeen is aanvullend onderzoek bij deze klachten niet nodig.
Behandeling
Het is belangrijk bij beginnende klachten snel te handelen om verergering te voorkomen. De verhouding tussen belasting (dat wat van het lichaam gevraagd wordt) en belastbaarheid (dat wat het lichaam aan kan), dient hersteld te worden.
Wanneer de oorzaak van de klachten niet weggenomen wordt, zullen de klachten ook niet verdwijnen. Samen met een fysiotherapeut kan worden bekeken welke risicofactoren de klachten veroorzaken en/of in stand houden.
De manier waarop met de klachten wordt omgegaan, is erg belangrijk. Tijdens de behandeling zal aandacht besteed worden aan (werk)houding, beweeglijkheid van de gewrichten en lichamelijke conditie. Hoewel het soms lang kan duren, is herstel van KANS over het algemeen goed mogelijk.
Hieronder vindt u een aantal algemene tips die u in acht kunt nemen om KANS-klachten te voorkomen:
• Zorg voor voldoende afwisseling in uw werkzaamheden. Doe niet voortdurende dezelfde taak.
• Let op uw houding. Wissel regelmatig uw houding. Voorkom dat u lange periodes in eenzelfde houding zit. Zorg voor een ontspannen houding.
• Neem regelmatig rustmomenten, ook bij drukte. Werkt u veel achter de computer? Verlaat uw bureau regelmatig en loop even rond.
• Probeer uw pols recht te houden tijdens al uw handelingen. Beweeg of draai uw pols niet naar buiten.